Dit jaar hebben wij voor het eerst zonnepanelen op ons dak en na een hele mooie zomer en een goed najaar zakte de opbrengst in december en januari tot een absoluut dieptepunt. Wat een deprimeerde winter zeg, ik kon de grijze luchten wel wegkijken.
Dit weekend was het dan ook dubbelop feest. Aan de ene kant schoot de opbrengst weer omhoog, en hoe fijn is het wanneer de zon-gewassen wasjes weer in de zon kunnen drogen!
Wat is nu genoeg opbrengst?
Dat verschilt per huishouden. Een gemiddeld huishouden verbruikt gemiddeld zo’n 3.500 kWh aan elektriciteit per jaar. Om dit verbruik op te wekken heb je z’n 15 à 16 zonnepanelen nodig. Maar als je een elektrische auto wilt opladen dan moet je dat verbruik er natuurlijk nog bij optellen. Als je weet hoeveel je auto verbruikt per kilometer en hoeveel kilometer je rijdt dan is het een relatief eenvoudig rekensommetje, maar gemiddeld mag je uitgaan van 8 à 9 zonnepanelen extra.
Wij, een gemiddeld gezin waarvan er één vanuit huis werkt en (nog) niet in het bezit van een elektrische auto, wekken met onze 8 zonnepanelen ongeveer 60% van ons elektriciteitsverbruik op.
De techniek in de meterkast
De stroom van de zonnepanelen wordt via de omvormer aan het elektriciteitsnet geleverd. Je bent dus eigenlijk een kleine leverancier van groene stroom. Voor deze omvormer heb je een vrije groep nodig in je meterkast. Een belangrijk aspect is je huidige hoofdaansluiting. In Nederland is de reguliere aansluiting meestal gezekerd met 25A, 35A of 40A. In de regel moet een groep een factor 1,6 lager zijn dan de hoofdaansluiting. Een rekensommetje leert dat je bij een 40A hoofdaansluiting maximaal 40/1,6 = 25A op een groep mag aansluiten. Het vermogen dat je daarop mag aansluiten is vervolgens 25A * 230V = 5.750 Watt. In sommige gevallen kan het dus lonen om voor een 3-fases aansluiting van 3x25A te kiezen. Het vastrecht van 1x40A en 3x25A is namelijk net zo duur. Daarboven gaat dat wel rap omhoog en ben je zomaar 600 euro per jaar extra kwijt, alleen al aan vastrecht.
Het is daarom in sommige gevallen gunstiger om de zonnepanelen in oost-west richting te leggen. Het rendement over de dag is dan beter verdeeld én je kunt een lichtere omvormer kiezen. De totale opbrengst is wel iets lager.
Optimale oriëntatie voor zonnepanelen
Zeker bij platte daken kan een oost-west opstelling gunstiger uitpakken. Hierbij liggen de panelen vrij plat tegen elkaar aan in een omgekeerde V-vorm. De helingshoek is bij deze opstelling ongeveer 10% en daarom kan bijna het hele dakoppervlakte bedekt worden met zonnepanelen.
Bij een oriëntatie op het zuiden is er meer sprake van schaduw op de panelen (door het voorstaande paneel) zodat er minder zonnepanelen geplaats kunnen worden. Op oost-west is de opbrengst per paneel dan misschien wel lager, zodra er in deze opstelling meer panelen geplaatst kunnen worden is dat een mooie compensatie. Ook wanneer je geen dak op het zuiden hebt zijn zonnepanelen het overwegen waard.
Onze panelen liggen op zuidwest en dan ook nog tussen twee daken in. Niet de meest ideale opstelling, maar omdat wij binnen een beschermd stadsgezicht wonen was dat de enige optie. In ons geval is het handig om zonnepanelen met optimizers te nemen. Wanneer er dan schaduw valt op één paneel gaat niet gelijk de hele opbrengst van alle zonnepanelen naar beneden.
Binnen het beschermde stadsgezicht van de binnenstad zijn de regels zo dat de zonnepanelen niet zichtbaar mogen zijn vanaf de straat en vanaf de torens. Precies deze maand is de gemeente echter begonnen met te onderzoeken op welke wijze deze regels versoepeld kunnen worden omdat het anders voor bewoners van de binnenstad wel erg ingewikkeld wordt om iets aan duurzaamheid te doen. Wij hebben zelf gekozen voor all-black panelen die in het dak zijn gelegd in plaats van erop, dat vonden wij het minst storend.
Begin met besparen
Op zich hadden wij nog wel twee extra panelen kunnen plaatsen, maar je moet je ook altijd afvragen hoe het zit met je elektriciteitsverbruik. In onze boerderij, onder een grote kap, dringt niet overal daglicht door. Daarom hebben we gekozen voor een groot dakraam in plaats van twee extra zonnepanelen. Met de vide daaronder brengt dat voldoende daglicht op de verdieping en zelfs tot en met de begane grond. Door het dakraam en het vide krijgen ook de gang en het toilet voldoende daglicht en kan ik allerlei ruimtes natuurlijk ventileren. Elke keer dat we het licht of de mechanische afzuiging niet aan hoeven te doen besparen we stroom.
Kijk eens naar manieren waarop je kunt besparen, bijvoorbeeld door je oude koelkast toch eens in te ruilen voor een nieuw en zuinig exemplaar. Of bespaar op gas door betere isolatie, want aan de bespaarkant valt ook nog een wereld te winnen.
Meer lezen kan op:
Verbouwing woonboerderij deel 1: Ons tijdelijke hipster interieur
Verbouwing woonboerderij deel 2: Ze zijn begonnen!
Verbouwing woonboerderij deel 3: Oude foto’s
Verbouwing woonboerderij deel 4: Houten huis
Verbouwing woonboerderij deel 5: Het ontwerp
Geef een reactie